1οΈ. geen kachel aanboord (het moet wel leuk blijven!)
2. je hebt geen (kast)ruimte voor dat dubbeldikke dekbed, geitenwollensokken, dikke truien, jassen, kaplaarzen, snowboots en thermo-ondergoed
4. teveel gedoe voor het checken/regelen/openen van sluis- en brugtijden
5. niet alle havens zijn open net zoals de faciliteiten (sanitair, water)
6. zodra het onder de 15graden komt gaat niet alleen je boot, maar ook jij in Winterslaap
7. zomerdag kun je nog ff rustig buiten gaan zitten en een praatje maken met je (tijdelijke) bootbuurman/vrouw, nu zit je met je man/vrouw/x klokje rond opgescheept (en daar wordt niemand vrolijk van )
8. klussen, klussen en nog eens klussen. Die boot wordt in de winter ff flink onder handen genomen
9. jij gaat lekker op vakantie naar een warm oord, en laat die ‘gekkies’ die zich wel op het water willen verplaatsen lekker hun gang gaan
10. …?